VerwarminginstallatiesPremium

Hoe verloopt een gasketelonderhoud?

vakman ketelonderhoud

Als je met een gascondensatieketel je woning verwarmt, is het verplicht om om de twee jaar een onderhoud te laten uitvoeren door een erkend technicus. We overlopen hoe dat in zijn werk gaat.

 

Hoe verloopt een onderhoud?

Wanneer en hoe vaak?

Door een zogenaamd preventief onderhoud uit te voeren, vermijd je risico op pannes en storingen. De kans dat eventuele reparaties duur zullen uitvallen is ook kleiner. Daarnaast wordt de kans op CO-vergiftiging door regulier onderhoud ook tot een minimum beperkt.

Gascondensatieketels moeten op regelmatige basis tweejaarlijks door een erkende technicus en volgens bepaalde voorschriften gecontroleerd, gereinigd en afgesteld worden. In Wallonië wordt er nog een onderscheid gemaakt: gasketels met een vermogen hoger dan 100 kW moeten om de 2 jaar gecontroleerd worden, een vermogen kleiner of gelijk aan 100 kW om de 3 jaar. Idealiter sluit je hiervoor een onderhoudscontract af met de installateur van de ketel. 

omgevingssituatie ketel
Voor het onderhoud van de ketels worden de omgevingscondities nagegaan.

Pre-onderhoud

Voor het onderhoud zal de technicus nagaan met wat voor type ketel er wordt verwarmd, of alle technische gegevens beschikbaar zijn en of er eventueel ook een handleiding aanwezig is. 

Omgevingscondities

Alvorens de controle en het onderhoud van de ketel zelf van start kunnen gaan, moet nagegaan worden of de omstandigheden waaronder het toestel functioneert, wel conform de voorschriften zijn. Is dat niet het geval, dan kan het onderhoud in regel zeker niet plaatsvinden.

  • De luchttoevoer: het stooklokaal – waar de ketel opgesteld is – dient voldoende verlucht te zijn om de kans op onvolledige verbranding zo laag mogelijk te houden. Er moet een voldoende grote verluchtingsopening (rooster) voorzien zijn, in rechtstreekse verbinding met de buitenlucht.
  • De rookgasafvoer: voor het ketelonderhoud wordt ook het luchtafvoerkanaal gecheckt: ligt de uitmonding ver genoeg van de toevoer, zijn de lengte en diameter conform, ... Daarnaast wordt het afvoerkanaal ook gecheckt op roetaanslag of andere zichtbare vervuiling. Indien er vervuiling is, wordt het kanaal gereinigd.
meting verbrandingswaarden
Aan de ketel zelf is de eerste stap een meting van de verbrandingswaarden. 

Meting verbrandingswaarden

Aan de ketel zelf is de eerste stap een meting van de verbrandingswaarden. Dit is de initiële meting die zal aantonen hoe het toestel functioneert voor het onderhoud. Na het onderhoud wordt er nog eens een meting gedaan, die dan dient als vergelijkende test.

Het gaat bij een dergelijke meting onder meer om de O2-, CO2- en CO-concentraties, maar evenzeer om de gasdruk, de rookgastemperatuur … Het belangrijkste aandachtspunt bij het meten van de verbrandingswaarden is de locatie van de meting. Bij recente toestellen is dat doorgaans geen probleem: zij zijn standaard voorzien van een meetopening op de juiste plaats. Bij oudere toestellen moet de meetopening (bij het eerste onderhoud) echter door de installateur zelf aangebracht worden.

 

Reiniging en onderhoud van de ketel

Na de meting kan het effectieve onderhoudswerk van start. De technicus sluit eerst de elektriciteit af, ook de gaskraan gaat uiteraard dicht.

reiniging verbrandingskamer
De verbrandingskamer moet gereinigd worden.

De verbrandingskamer

Daarna wordt de brander gedemonteerd, zodat de verbrandingskamer gereinigd en gecontroleerd kan worden. Het reinigen gebeurt met een zachte borstel, een stofzuiger en eventueel een mesje. 

De brander zelf

Aan de brander zelf worden ook de oude ionisatiepen verwijderd, en worden de dichtingen ook preventief vervangen, meestal samen met de isolatiemat die ervoor zorgt dat de onderste branderplaat het niet te warm krijgt. De nodige vervang­onderdelen voor de ionisatiepen zijn doorgaans inbegrepen in de onderhoudskit van de fabrikant.

Tijdens het vervangen van de mat en dichtingen is een lichte reiniging met perslucht meestal voldoende. Bij ouder atmosferische ketels (die binnenlucht aantrekken) kan de reiniging eventueel met water en zeepsop. Is de brander vervormd, doorgebrand, of is er andere zichtbare schade, dan dient die volledig vervangen te worden. Eens de brander gemonteerd en gereinigd is, mag het volledige brandergedeelte weer op zijn plaats gezet worden.

isolatiemat brander vervangen
Op de brander zelf worden de dichtingen en de isolatiemat vervangen.

De ventilator

Ook de ventilator krijgt een visuele controle en, indien nodig, een reinigingsbeurt. Opnieuw is het reinigingsregime afhankelijk van het type toestel. Perslucht en zachte borstels zijn de meest gebruikelijke instrumenten.

Nieuwe ionisatiepen

Eens de brander terug gemonteerd is, kan de gasleiding weer aangesloten worden op het gasblok, met een nieuwe dichting. Vervolgens worden ook nog de elektrische aansluitingen weer verbonden, en kan de nieuwe ionisatiepen op zijn plaats.

nieuwe en oude ionisatiepen
 Het laagje op de oude ionisatiepen (rechts), zorgt voor een slechte vlambewaking, wat voor panne kan zorgen.

Hydraulica

Een gasketel vraagt ook onderhoud op hydraulisch vlak.

  • Voor het sanitair warm water in doorstromers: indien er onvoldoende debiet is, de visuele controle en reiniging van de filter aan de koudwateringang. Indien nodig, dient ook de sanitaire warmtewisselaar ontkalkt te worden.
  • Voor condenserende gasketels: de visuele controle en, indien nodig, reiniging (spoeling) van de sifon van het condenswater. Bij recente toestellen wordt de sifon veelal doorzichtig uitgevoerd, zodat vervuilingen eenvoudig geconstateerd kunnen worden. Na spoeling van de sifon wordt deze, voor die wordt teruggeplaatst, met een beetje water gevuld om te verhinderen dat verbrandingsgassen via de condensafvoer in de ruimte terechtkomen.
  • Voor het cv-circuit: de visuele controle en, indien nodig, reiniging van de filter(s).
condenswater sifon terugplaatsen
De sifon met condenswater wordt gespoeld en teruggeplaatst.

Analyse van het cv-water

Indien gewenst of zichtbaar vervuild, wordt er ook een analyse van het cv-water gedaan, zij het met behulp van eenvoudige teststrips voor o.a. de hardheid en de pH, zij het, bij een vermoeden van ergere problemen, op basis van labo-onderzoek (bijvoorbeeld door de fabrikant van protectoren).

Hoewel de analyse van het cv-water vandaag nog geen verplicht onderdeel van het onderhoud is, wordt die wel aangeraden. Vervuild cv-water kan immers leiden tot een verminderde warmteoverdracht, extra slijtage en verstoppingen in of beschadigingen van het ketellichaam.

Wordt er in het cv-water een sterke verontreiniging vastgesteld of blijkt de concentratie van de oorspronkelijk toegevoegde protector te sterk gedaald, dan is het in ieder geval noodzakelijk om:

  • in het geval van een sterke verontreiniging: een reinigingsmiddel aan het water toe te voegen, de installatie er enige tijd mee te laten werken, het circuit volledig te laten spoelen en het vervolgens opnieuw te vullen;
  • opnieuw de juiste protector aan het water toe te voegen.
zeepoplossing gaslekkencontrole
De controle op gaslekken gebeurt met een zeepolossing.

Controle op gaslekken

Na de check van de brander en de hydraulica, kan de gaskraan weer open. Het toestel moet immers nog gecontroleerd worden op gaslekken. Dat gebeurt door middel van een zeepoplossing. Mochten er een gaslek zijn, zouden een kleine zeepbellen ontstaan.

Ook de ontluchter worden aan een visuele inspectie op lekkages onderworpen. Als alles in orde is, kan het kanaal voor de aanzuiglucht terug in de ketel worden geplaatst.

na de gaslekcontrole
Na een positieve gaslekcheck kan het aanzuigkanaal terug gemonteerd worden.

Controle gasleiding
Blijkt uit de voorgaande metingen dat de toekomende gasdruk op vol vermogen meer dan 1 mbar gezakt is t.o.v. de druk op het leidingnet, dan is ook een bijkomende controle van de gasleiding nodig. Indien er geen verontreiniging van de filter in de leiding is, moet er een ontrole van de installatie en een dimensionering gebeuren (door de uitvoerende instal­lateur).

De vergelijkende test

gasdruktest met open front
Na het onderhoud gebeurt er eerst een verbrandingstest met het front gedemonteerd.

Gasdruktest

Daarna gebeurt een een gasdruktest met een meetnippel. Daarvoor wordt het toestel terug opgestart. De zekering waarop de ketel is aangesloten, mag dus terug ingeschakeld worden. Het toestel moet eerst een kort ontluchtingsprogramma doorlopen. Daarna gebruikt de technicus de schoorsteenvegerstoets om het toestel in verhoogde werking te brengen. Dat is nodig om een goede verbrandingstest te kunnen maken.

Verbrandingstest

Daarna vindt de verbrandingstest plaats om te zien of het toestel goed functioneert. Het meettoestel wordt daarvoor in de schouwaansluiting geplaatst.

de eindtest gebeurt
De eindmeting gebeurt met het front op de ketel gemonteerd.

Eindtest

De uiteindelijke eindmeting van de verbrandingswaarden wordt uitgevoerd met gesloten front. Voldoen de verbrandingswaarden na afloop van het onderhoud nog steeds niet een de voorschriften, dan dient de onderhoudstechnicus hiervan nota te nemen, de non-conformiteiten op het verbrandingsattest te vermelden en het toestel af te keuren.

documenten na onderhoud
Na het onderhoud moet er een reinigings- en verbrandingsattest afgeleverd worden.

Documenten

Bij elk (wettelijk verplicht) onderhoud dient er een reinigings- en verbrandingsattest afge­leverd te worden. Hierop worden de uit­gevoerde handelingen aangeduid, de meetwaarden genoteerd en de eventuele non-conformiteiten aangegeven.

Verwarmingsaudit
Voor verwarmingsketels ouder dan 5 jaar met een vermogen van 20 kW of meer was er tot voor kort in Vlaanderen ook een verwarmingsaudit verplicht, waarbij wordt nagekeken of de ketel nog past bij de verwarmingsbehoeften van de woning. Daarbij wordt ook het rendement van de ketel onder de loep genomen. Sinds 1 juli 2024 is dit niet langer verplicht.
In Brussel is zo'n verwarmingsaudit niet nodig voor installaties onder de 100 kW. In Wallonië wordt er gesproken van een 'diagnostic approfondi' voor ketels vanaf 20 kW. Dit gebeurt bij de eerste keuring van de installatie en blijft geldig zolang er niets verandert aan de installatie of er geen ingrijpende energetische renovaties gebeuren.

 

Troubleshooting: wat kan je zelf?

Een onderhoud om de 2 jaar zorgt voor een veilige en goede werking van je ketel, maar zit je toch plots met een hapering? Dan doe je er altijd goed aan om je onderhoudstechnicus erbij te halen. Je kan ook zelf eens een snelle check doen om te zien waar het probleem zit. We geven mee waarop je moet letten.

is de stekker ingeplugd
 Controleer of de ketel elektriciteit heeft.

Check de stroomtoevoer

Stel: de verwarming wil niet werken of je hebt geen sanitair warm water ... Dit scenario lijkt weggelopen uit een flauwe sitcom, maar komt vaker voor dan je denkt. Controleer of de ketel elektriciteit heeft. Soms kan het gewoon gebeuren dat iemand de stekker heeft uitgetrokken. Dan is de oplossing eenvoudig.

Anderzijds kan het ook dat de zekering uitgevallen is. Hoewel je de zekering opnieuw kan aanschakelen, moet je er wel rekening mee houden dat een gesprongen zekering wijst op een kortsluiting. Als de kortsluiting in de ketel is, heeft opnieuw aan­schakelen geen zin. Uiteraard haal je er dan een vakman bij.

Energietoevoer

Controleer zeker ook de energietoevoer. Controleer desgevallend of de gastoevoer oké is, of de propaantank bijgevuld is.

Zoek de foutcode op in de handleiding.
Zoek de foutcode op in de handleiding.

Foutcode opzoeken

Heeft de ketel wel stroom, maar zie je een foutcode op het display? Haal er de handleiding bij en zoek op wat de foutcode betekent. Vaak zal het enkel gaan om zaken die een erkend technicus mag oplossen. Altijd is het handig de foutcode door te geven als je een vakman opbelt om de herstelling te komen uitvoeren.

sanitar warm water temperatuur
De basistemperatuur voor sanitair warm water mag niet onder de 60 °C liggen.

Instellingen warm water

Het kan ook gebeuren dat er hele­maal niets verkeerd is met de ketel, maar dat de instellingen niet juist staan. Zeker bij verbouwingen waarbij er extra kamers of extra aftappunten voor warm water werden toegevoegd, kan het geen kwaad de instellingen van de ketel en voor warm water eens te controleren. Zelfs een nieuwe douchekop kan invloed hebben op de hoeveelheid warm water die je nodig hebt.

Let er zeker op dat je de basistemperatuur van je sanitair warm water niet onder de 60 °C laat zakken. Dit om legionella te voorkomen.

 

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? 
Print Magazine

Recente Editie

Nu lezen

Ontdek de nieuwste editie van ons magazine, boordevol inspirerende artikelen, diepgaande inzichten en prachtige visuals. Laat je meenemen op een reis door de meest actuele onderwerpen en verhalen die je niet wilt missen.

In dit magazine
Cookies

Dobbit maakt gebruik van cookies om uw gebruikservaring te optimaliseren en te personaliseren. Door gebruik te maken van deze website gaat u akkoord met het privacy- en cookiebeleid.